Lichamelijke ontwikkeling
Heb jij ook al gemerkt dat je veel meer haar op je lichaam krijgt op plaatsen waar je ervoor geen haar had?
Krijg je borsten of een lagere stem?
Geen paniek!
Hier gaan we kijken naar hoe het lichaam verandert in de puberteit.
Bekijk de filmpjes.
De puberteit
Wat gebeurt er in de puberteit?
Tijdens de puberteit maken jongeren zowel lichamelijke als psychologische veranderingen door. Hormonen zetten deze verandering in gang.
Wanneer begint de puberteit? Wanneer eindigt ze?
Dat is voor elk kind verschillend.
- Gemiddeld begint de puberteit rond 11 jaar.
- Meisjes starten gemiddeld rond 10,5 jaar en jongens rond 12,5 jaar.
- Meisjes starten dus 2 jaar vroeger dan jongens.
- Meestal loopt de puberteit af rond 18 jaar
Wat is adolescentie?
Adolescentie is de overkoepelende term die gebruikt wordt om de periode waarin je van kind naar volwassene groeit, aan te duiden. Deze periode start bij de lichamelijke veranderingen in de puberteit en eindigt bij de (jong-) volwassenheid.
Groeispurt: groeien in sneltempo
Kinderen gaan in sneltempo groeien. De groeispurt begint het eerst bij meisjes, rond 10 jaar. Bij jongens komt de groeispurt pas rond 12 jaar. De jongens worden dus even ingehaald in lengte, maar uiteindelijk worden jongens langer.
Hoe verloopt de groeispurt?
Niet alle lichaamsdelen groeien even snel.
- Eerst groeien hoofd, handen en voeten.
- Dan volgen de armen en de benen.
- De romp is als laatste aan de beurt.
Lichaamshaar krijgen
In de puberteit beginnen schaamhaar, okselhaar en lichaamshaar te groeien. Bij meisjes vroeger dan bij jongens. Samen met de beharing komen ook de eerste zweetgeurtjes.
Lichaamshaar bij meisjes
- Als meisje krijg je in de puberteit haar onder je oksels. Je krijgt schaamhaar op de buitenste schaamlippen en vaak op de binnenkant van je dijen.
- De haartjes op je benen worden wat langer, soms ook die op je armen of onderrug.
- Bij sommige meisjes groeien er ook haartjes van de venusheuvel naar de navel of groeit er een donsje op de borst.
Lichaamshaar bij jongens
- Als jongen krijg je in de puberteit haar onder je oksels. Rond je penis en ook soms op de balzak krijg je schaamhaar.
- De haartjes op je armen, benen en rug worden langer. Veel jongens krijgen haar op de borst en buik, maar niet allemaal.
- Ongeveer 2 jaar nadat je schaamhaar kreeg, krijg je meer haar op de rest van je lichaam en baardhaar op de kin en wangen.
- Sommige jongens hebben veel beharing, andere jongens bijna geen.
Geslachtsorganen: wat verandert er?
Bij meisjes
- De borsten groeien, gemiddeld vanaf 10 jaar. Dat is enkele jaren voor de eerste menstruatie.
- De tepels worden groter en donkerder.
- De binnenste schaamlippen worden vleziger.
- De buitenste schaamlippen en ook de venusheuvel worden dikker.
Bij jongens
- Bij de meeste jongens groeien eerst de teelballen en de balzak, vanaf 12 jaar.
- De teelballen worden groter en gaan lager hangen.
- Dan wordt de balzak langer en ruimer. De huid wordt rood of donkerder.
- Tenslotte gaat de penis groeien: eerst in de lengte, dan in de breedte.
- Na deze veranderingen kan je de voorhuid van de penis nu volledig terugschuiven. De penis wassen is belangrijk om irritaties en ontstekingen te voorkomen.
Eerste zaadlozing
Pas tijdens de puberteit beginnen jongens zaadcellen aan te maken. De eerste zaadlozing komt meestal rond 14 jaar. Bij de zaadlozing vloeit of spuit er sperma uit de penis. Soms gebeurt dat tijdens de slaap, na een natte droom of na masturberen. Het is goed mogelijk dat je daarvoor al eens een orgasme hebt gehad, zonder zaadlozing.
Vruchtbaar vanaf de eerste zaadlozing
Zodra jongens zaadcellen aanmaken, zijn ze geslachtsrijp en kunnen ze kinderen verwekken. Dus ook al bij de allereerste zaadlozing.
Eerste menstruatie
Meisjes raken het eerst ongesteld rond 13 jaar. Maar het is ook perfect normaal als meisjes op 10 of 15 jaar beginnen te menstrueren.
Begint een meisje nog vroeger te menstrueren en zonder dat er sprake is van borstontwikkeling, dan ga je het best naar een arts. Ook meisjes die op hun zestiende nog niet ongesteld geweest zijn, maken het best een afspraak.
Vanaf je je eerste menstruatie gekregen hebt kan je zwanger worden.
Het vrouwelijk geslachtsorgaan
De eicellen rijpen in het kiemweefsel van de eierstokken ( = geslachtsklieren) die met vliezen in de buikholte vastgehecht zijn. Naarmate de eicellen rijpen worden ze omgeven door een beschermend weefsel. De eicel samen met het weefsel is de follikel van de Graaf.
Een rijp follikel begeeft zich naar de buitenkant van de eierstok. Daar barst de follikel en de eierstok open en wordt de eicel uitgestoten (=de eisprong). Op de plaats van de gesprongen follikel ontwikkelt zich het gele lichaam. De vrijgekomen eicel wordt opgevangen franjes aan de trechter van de eileider. Het dekweefsel van de eileider is voorzien van trilhaartjes die de eicel verder stuwen naar de baarmoeder.
De baarmoederhals vormt de overgang tussen de baarmoeder en de vagina die uitmondt tussen twee huidplooien, de schaamlippen, waarin ook de urinebuis uitmondt.
Aan de bovenzijde, tussen de grote schaamlippen, waar de kleine schaamlippen bij elkaar komen, ligt de clitoris. Het zichtbare deel ziet eruit als een klein roze bolletje, de glans clitoris. De clitoris bevat zeer veel zenuwuiteinden en is daardoor erg gevoelig.
(bron: R.R., KDG-docente)
De vagina is ongeveer 10 centimeter lang en mondt uit in de baarmoeder. De vagina bestaat uit elastische wanden die tegen elkaar liggen. De eerste 3 à 5 centimeter worden omgeven door de bekkenbodemspieren.
De baarmoeder is peervormig en gespierd. Ze zit met de baarmoederhals en -mond vast aan de vagina. De baarmoeder is via de eileiders verbonden met de eierstokken.
Het mannelijk geslachtsorgaan
Spermatozoïden worden geproduceerd in de teelballen (testis), de mannelijke geslachtsklieren. Deze bevinden zich in de balzak, een uitzakking van de buikwand.
In de teelbal bevinden zich talrijke gekronkelde zaadkanaaltjes. Uit het kiemweefsel van de zaadkanaaltjes ontstaan de zaadcellen. De zaadkanaaltjes monden uit in de testisafvoerkanalen die buiten de teelbal, de bijbal vormen. Hierin worden de zaadcellen bewaard. Het bijbalkanaal gaat over in de zaadleider.
Deze eindigt in een zaadblaasje dat suiker afscheidt en zo extra brandstof voor de spermatozoïden aanvoert.
Zowel de zaadleiders als de urineblaas monden uit in de urinebuis die door de penis loopt. Op de plaats waar urineblaas en zaadleider samenkomen in de urinebuis ligt de prostaatklier. De prostaatklier zorgt ervoor dat urine en sperma niet samen door de urinebuis gaan en produceert prostaatvocht dat de spermatozoïden activeert.
Verder tegen de zwellichaampjes aan liggen de klieren van Cowper. Ze scheiden net voor de zaadlozing voorvocht af, dat eventueel achtergebleven urine in de urinebuis neutraliseert.
Seksuele prikkeling zorgt voor een grote bloedtoevoer in de zwellichaampjes in de penis. Daardoor zwellen ze op en ontstaat een erectie. Het zwelweefsel in de penis bestaat uit drie kolommen. In de onderste kolom ligt de urinebuis. Het einde van de kolom vormt de eikel van de penis.
De penis zelf is omgeven door huid. Aan de eikel plooit de huid om en vormt een losliggende huid errond, de voorhuid.
(bron: R.R., KDG-docente)